600 jaar Elisabethsvloed
Ken jij de Elisabethsvloed? Deze overstroming is de aanleiding voor het Tij Festival. In de nacht van 18 op 19 november 1421 beukt een woeste storm in op onze kust. De dijken breken. Eén van de ergste overstromingen in onze geschiedenis zet het zuidwesten van het land onder water. De vloed heeft rampzalige gevolgen, vooral voor de omgeving van Dordrecht.
De Grote Waard verandert in een binnenzee. Het getij heeft vrij spel. Tientallen dorpen verdwijnen in de golven. Duizenden mensen en een veelvoud aan vee verdrinken. Tienduizenden mensen worden dakloos.
De Biesbosch ontstaat
In de jaren erna ontstonden in het natte gebied zandplaten en eilandjes met daartussen watergeulen, ‘kreken’ genoemd. Stukje bij beetje veroverde de mens het land terug. Grienden zijn begroeide zandplaten. Hier verbouwde men riet en bies, waar de Biesbosch zijn naam aan dankt. Griendbouw en visserij waren eeuwenlang de belangrijkste bronnen van inkomsten in de Biesbosch. De mensen waren arm en het leven in het afgelegen en ontoegankelijke gebied was zwaar. Pas in de twintigste eeuw verdween de traditionele griendcultuur. Tegenwoordig gebruiken mensen de Biesbosch vooral om te recreëren. Je kunt er heerlijk varen, wandelen, fietsen en kanoën.
Dordrecht herrijst
De Sint Elisabethsvloed had ook grote gevolgen voor Dordrecht. De stad werd een eiland, waar je omheen kon varen. Vóór de vloed verdiende Dordrecht veel geld met het stapelrecht. Schepen op weg naar andere bestemmingen moesten hun goederen eerst in Dordrecht te koop aanbieden. En ze moesten hier belasting over betalen. Na de vloed konden schepen om Dordrecht heen varen. Zo konden ze het stapelrecht omzeilen. Hierdoor verliest de stad haar strategische handelspositie. In de eeuwen erna ontwikkelt Dordrecht zich weer tot een ondernemende en welvarende stad. Dijken en bruggen werden aangelegd en polders werden drooggelegd. Scheepvaart, scheepsbouw en de baggerindustrie worden heel belangrijk. De stad herrijst als het Eiland van Dordrecht.
Overlevenden van de Sint Elisabethsvloed lieten in 1490-1495 een altaarstuk maken. Dit najaar zijn de panelen – die normaal in het Rijksmuseum hangen – te zien in het Dordrechts Museum.
Bron: De Staartenaar, speciale editie 600 jaar Elisabethsvloed