Er is een deel van Dordrecht dat droog blijft, ook bij een dijkdoorbraak: De Staart. Dit stadsdeel ligt hoger dan de rest van de stad. Dat is niet altijd zo geweest…
De Staart is een landtong; een strook land die zich uitstrekt in de rivier. Tot aan het begin van de twintigste eeuw bestond deze landtong uit gorzen. Een gors is aangeslibd land dat buitendijks ligt. De gorzen liepen bij hoogwater onder en werden daardoor gebruikt voor houtkap en zalmvisserij. Rond 1900 hoogde de gemeente de gorzen op, om ze geschikt te maken voor scheepsbouw.
Bewoners opvangen
Tegenwoordig blijft De Staart bij een grote overstroming dus gespaard. Misschien dat je natte voeten krijgt op de begane grond, maar je hoeft niet te vluchten voor het water. Faciliteiten als elektriciteit en drinkwater blijven er beschikbaar. Dit maakt van De Staart de perfecte plek om bij een overstroming bewoners uit andere wijken op te vangen, die uit hun huis moeten vluchten. Dat kan bij de bedrijven op De Staart én bij de mensen die er al wonen. Zo kunnen bewoners met voldoende ruimte stadsgenoten voor een paar dagen een droge slaapplaats bieden.
Schuilplek
In het afgelopen jaar hebben de gemeente Dordrecht en de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (de IABR) onderzocht hoe De Staart zich kan ontwikkelen tot een schuilplaats voor bewoners én een aantrekkelijke wijk om fijn en gezond te leven. Van 3 juli t/m 14 augustus 2021 presenteert het IABR—Atelier Dordrecht de resultaten in de Biesboschhal. Open van woensdag t/m zaterdag van 13.00 tot 17.00 uur. Lees meer.
Bron: De Staartenaar, speciale editie 600 jaar Elisabethsvloed